Columns 2023
Rollator (mei 2023)
Laatst fietste ik met mijn dochter op weg naar huis over het fietspad van Hoorn naar Zwaag. Het regende gelukkig niet en zo konden we even lekker bijkletsen over wat zij die dag allemaal beleefd had. Het duurde niet lang voordat we werden onderbroken door maar liefst twee rinkelende fietsbellen van twee ‘oude’ mensen op de fietsen achter ons. Die waren namelijk op de elektrische fiets waardoor de ietwat vreemde situatie ontstond dat twee bijna bejaarden twee fitte gezonde mensen wilden inhalen.
Ik kan mij nog herinneren dat oude mensen gebaat waren met een Spartamet. Met die aftakelende spieren, versleten knieën en hartklachten kun je natuurlijk wel wat hulp gebruiken. Daar helpt ook de rollator bij. Moeilijk lopende bejaarden kunnen door de rollator toch nog lopend door het leven. Maar wordt je wel eens ingehaald door een bejaarde achter een rollator? Nee, wel als ze in een elektrisch aangedreven rolstoel voorbij razen natuurlijk.
Ja, jonge fitte mensen worden wel eens ingehaald door oude mensen in een elektrische rolstoel. Mijn opa had er ook een. Daar reed hij in, omdat elke stap pijn deed omdat ie half werd opgevreten door alle ziektes die hij had. Ja, dan mag je best aanspraak doen op elektrisch aangedreven vervoermiddelen. Maar waarom moeten oude mensen sneller door het leven dan jonge mensen? Nou ja, jong. Zooo jong ben ik ook weer niet, maar ik fiets wel!
Een van mijn beste vrienden is een van de fietste mensen van Nederland. Sorry, ik bedoel natuurlijk fitste mensen! Ja echt! Daar zijn landelijke tests voor. Maar ik denk niet dat ze je een rondje Zwaag/Blokker laten fietsen op een elektrische fiets. Begrijp me niet verkeerd, ik wil ook best een elektrische fiets: zo’n snelle zwarte. Voor het geval het in de polder weer eens tyfus hard waait en je wind tegen op de heenweg hebt én de terugweg. Maar ik dwaal af.
Die twee oudjes achter ons wilden er langs. Waarom? Omdat ze sneller bewogen dan wij. Ik denk dat ze ook niet langzamer konden, dat kan waarschijnlijk domweg niet op een elektrische fiets. Tot aan toen ging ik altijd braaf aan de kant, ondertussen organiserend wie er dan voor zou gaan, ik of mijn dochter. Na de zoveelste keer dat ik gestoord werd terwijl ik de dag met haar even aan het bijkletsen was, was ik er klaar mee.
“Nee”, zei ik. “Ik ga niet weer aan de kant voor oude mensen op een elektrische fiets. Ga op een gewone fiets fietsen!”
Mijn dochter had het schaamrood al op haar gezicht staan. Oh nee, wat doet papa nou weer… Maar ik hield vol. En de oude mensen bleven er opvallend rustig onder, moet ik zeggen.
Alarm (juni 2023)
In De Kleine Zeemeermin betovert Ariël de prins met haar gezang op het strand, waarna de zeeheks haar stem steelt en later hetzelfde doet. In de nieuwe versie van De Kleine Zeemeermin wordt het woord 'sirene' expliciet genoemd in de dialoog, als verwijzing naar de Griekse mythologie. Mijn dochter en haar vriendin naast me in de bioscoop zijn natuurlijk niet bezig met verwijzingen naar de oude Grieken, maar ze zingen lekker mee: "Diep in de zee, diep in de zee!"
Maar papa valt het wel degelijk op want die wordt eens per maand om 12:00 abrupt en ongevraagd herinnerd aan deze mythologie, wanneer zijn telefoon plotseling een afschuwelijk geluid maakt, vlak voordat de oorverdovende sirene begint, pal naast zijn werkruimte. Dan hoor ik toch liever de Kleine Zeemeermin of desnoods de zeeheks.
Het is duidelijk dat mijn generatie, de generatie van mijn ouders en de generatie van mijn kinderen in roerige tijden leven. Een tijd van crisissen: de bankencrisis, de woningmarktcrisis, de stikstofcrisis, de energiecrisis, de toeslagcrisis, oorlog in Europa en natuurlijk corona! We zijn verdeeld geraakt, failliet geraakt, van de straat gehaald, op straat gezet, gemuilkorfd, bedrogen en voorgelogen. Families zijn uit elkaar gereten, ziekenhuizen overspoeld, en niet te vergeten de torenhoge inflatie.
In al deze crisissen hebben we heftige journaals gezien, florerende supermarkten, verhitte tv-discussies, persconferenties, politieke schandalen en sociale media vol met complotdenkers en nepnieuws. We zijn bang gemaakt door een seksistische Amerikaanse president, opgevolgd door een veel te oude man, en ondertussen hebben we een dictator in Europa die met bommen loopt te gooien. We leven in een wereld waarin zelfs de jongste mensen geen grip kunnen krijgen op de nieuwste ontwikkelingen in technologie. Oh ja, en het milieu lijkt er achteraan te bungelen als het vijfde wiel aan de wagen.
Maar te midden van dit alles is het geen enkele keer nodig geweest om de sirene aan te zetten!
Gelukkig niet natuurlijk maar iets zegt me dat als de aanleiding dermate ernstig is om de sirene op een andere dag dan maandag te luiden het mosterd na de maaltijd is. Dan hoor je nog even een korte huil, piep en knor. Waarna de sirenepaal als een verslagen zeeheks de zojuist geslagen krater in stort. En dan … niets. Rust en stilte. En misschien … misschien dan hoor je als je goed luistert het gezang, zachtjes en betoverend, de sirene van een jonge zeemeermin die zich dan eindelijk onder de mensen durft te begeven.
AI,ai, ai (juli 2023)
Als je nog niet gehoord hebt van ChatGPT, of andere toepassingen van kunstmatige intelligentie voor het grote publiek, dan loop je al flink achter de feiten aan. Het gaat wat ver om te zeggen dat je onder een steen hebt geleefd, maar blijf wel opletten, hè!
Nee hoor, het is niet te doen. De aard van kunstmatige intelligentie is juist dat het veel te snel gaat voor ons eenvoudige stervelingen. Het is met onze 'natuurlijke' intelligentie niet bij te houden. Het proberen te begrijpen van een zelflerende computer is een zinloze exercitie.
Een andere zinloze exercitie is als fietser, die dagelijks pendelt tussen het doolhof Kersenboogerd en Zwaag/Risdam, de omleidingsbordjes proberen te volgen.
Bordjes met een U erop, of een O, of een P, of een W. Of met de tekst 'Uitspanning' erop. Ik wil niet naar de Uitspanning, waar ligt dat überhaupt? En wat betekent een U met drie strepen erop?
Deze onkraakbare codetaal heeft tot nu toe geleid tot Amsterdamse taferelen, waar fietsers hun eigen route creëren. Over stoepen, door instortende tunnels, dwars door archeologische afgravingen op de Westerblokker, over voetgangersoversteekplaatsen en door het Boezelbos.
Van de week fietste ik achter een meneer op een elektrische fiets aan over de paadjes van een tot dan toe onbegaan Blokkers grondgebied (Boezelbos dus). We mondden uit bij de afgraving op de Westerblokker waar de archeologen twee kakelverse stoepen uit de grond hadden getoverd. Een van de archeologen hielp hem even met de zware fiets (komt door de accu) over het ravijn te tillen, waarna de meneer zijn weg kon vervolgen over het voetpad langs de paardjes.
Ondertussen had ik hem ingehaald, maar uiteindelijk stonden we allebei tevergeefs te wachten op een groen teken van het voetgangerslicht. Dat stond namelijk uit. Blijkbaar hadden deze stoplichten inmiddels ook toegang tot een vorm van kunstmatige intelligentie die ook geen output had op de input: "Fietser staat voor een voetgangerslicht."
Op een bord las ik: 'Weg afgesloten tot medio 16 juni.' Ik vroeg het even aan het GPT-3.5-model. Input: "Wat vind jij van deze tekst?"
Chat GPT vond het een prima constructie. Huh? Toch even doorvragen. Input: “Maar medio juni is toch hetzelfde als 16 juni?"
Output: "Je hebt gelijk, ‘medio juni’ verwijst naar het midden van de maand juni, wat meestal rond de 15e tot 20e van de maand ligt. Dus inderdaad, ‘medio juni’ valt ongeveer samen met 16 juni. Bedankt voor de opheldering!"
Input: "Ben ik nu slimmer dan AI? (heel kort antwoord graag)"
Output: "Nee."
Kleren van de keizer (augustus 2023)
Vroeger had Hoorn stadsmuren. De muren zijn lang geleden vergaan en nu, 600 jaar later, heeft Hoorn een stadsstrand en een stadsboulevard. We hebben onze fysieke stadsverdediging zo langzamerhand ingeruild voor fysieke stadsrecreatie. Ze zijn niet meer nodig, de muren om ons te verdedigen.
Behalve bij het fietstunneltje van de westerblokker naar de kersenboogerd dan. Daar houdt een klein peloton van zandzakken nu al 4 maanden stilletjes de wacht. Tevergeefs, want een beetje fietser schrikt niet zo snel van stilstaand zand. Die denkt: “Fuck it” of misschien wel “Ah, stadsrecreatie!” en fietst vervolgens verder over de stoep waar ondertussen door een lekkende zak een klein dependanceje stadstrand ontstaan is.
Er wordt flink aan de weg getimmerd in 2023 in Hoorn. Zo ook aan de Nieuwe Steen.
“Ah fijn, ze gaan een mooi nieuw stadhuis neerzetten!” dacht ik toen ik 4 maanden geleden langs fietste en de bouwplaats net vorm gekregen had. Weg met die dakpanpanelen, die mij om een of andere reden aan gefileerde zeebaars filet doen denken, en weg met die betonnen ijsschotsen. En dan kunnen ze ook meteen een tiental andere zogenaamde kunstzinnige objecten in Hoorn een schop geven. Zoals de snoepjesboot op het water in het Risdammerpark.
Dat is een typisch voorbeeld van kunst waarbij de kunstenaar blij is dat ie niet in dezelfde gemeente woont als zijn creatie en er niet meer naar om hoeft te kijken. Of bijvoorbeeld schoon te maken. Ik ben geen voorstander van referenda maar in dit geval: vraag gewoon eens aan de mensen die in de buurt wonen, of ze het ook zo mooi vinden!
Maar nee, er worden helemaal schoppen gegeven. Tot mijn schrik zag ik in de daaropvolgende langsfietsmomenten dat er netjes om het gemeentegebouw heen werd gerommeld, en ook om de betonnen ijsschotsen.
En ik denk de reden te weten. In Coronatijd, toen zekere ambtenaren zeeën van tijd over hadden, is het pand gedeeltelijk aangewezen als gemeentelijk monument. Daarom. Maar waarom? Hoorn is een VOC stad, toch geen PVC stad? Wat is er zo bijzonder aan grijze, betonnen bedenksels uit de jaren 80? Mijn voorstel: als het echt niet anders kan, zet er een stuk of wat betonnen pinguïns bij.
"Hee, kijk, de keizer loopt in zijn blootje!"
Jaha, en dan straks in oktober: de grote onthulling. De krant erbij, de fotograaf erbij, de architect erbij, de burgemeester erbij en de zekere ambtenaren erbij. En de burgers erbij uiteraard. Die tijd over hebben dan. En hopelijk een jonge geest die zich nog geen onzin op de mouw heeft laten spelden en roept: "Hee, kijk, de keizer loopt in zijn blootje!"
Iedereen houdt de adem in maar plots wordt zijn kreet beantwoord. "Dat is gewoon dat lelijke gebouw wat er altijd al stond met gefileerde zeebaars en betonnen ijsschotsen. Maar dan nu met parkeergarage en betonnen pinguïns!”
Het nieuwe geluk (september 2023)
Mijn moeder zag bij de Ekoplaza een pot biologische hanensoep staan met rechtsboven op het etiket het woord "Geluksvogel". Ze plaatste een foto in de familie-app, uiteraard vanwege de grappige tegenstelling. Echter denk ik niet dat Ekoplaza de humor ervan inziet.
Op het etiket is een bejaarde haan te zien die met een beginnend stadium van dementie naast zijn volkoren maïskorrels staat te pikken. Dan is het de tijd om in de soep te belanden.
Duurzame soep van de haan die toch nog een functie krijgt in de kipindustrie aangezien bijna niemand coq au vin maakt met de daadwerkelijke coq (Frans voor haan). Je zou denken dat de echte gelukkige, le coq heureux, de haan zou zijn die niet in de soep belandt.
In de bio-industrie belanden de coqs, voordat er überhaupt al sprake is van soep, al vrij vroeg in de versnipperaar, waarna ze ongetwijfeld ook ergens in ondefinieerbare kippenproducten te proeven zijn. De hanen wordt in ieder geval verder lijden bespaard. De geluksvogels.
En dan vraag ik me af hoe dat in de biologische industrie gaat, en met name avec les coqs heureux. Wie bepaalt hoe lang het gelukkige leven van de coq duurt voordat hij in de soep belandt?
Of laten ze hem gewoon net zolang scheef pikken tot dat hij door zijn hanenpoten zakt, of sterven ze meestal een zachte dood in hun slaap? Mijn opa stierf in zijn slaap, de geluksvogel.
Maar wanneer ben je dan echt een geluksvogel, als kip, haan of kalkoen, of überhaupt als dier?
Vroeger hadden we thuis een kat die in zijn laatste jaren door ouderdom van voren niet meer wist dat hij van achter niet meer op de kattenbak zat. Regelmatig liep hij in trage pas vast tussen de deur en de muur omdat hij onderhand deuren niet meer van muren kon onderscheiden. Dus het werd tijd voor een spuitje. De geluksvogel.
Op Thanksgiving krijgen een of twee kalkoenen gratie van de Amerikaanse president, en mogen ze even bijkomen in een speciaal kalkoenen resort. De geluksvogels. Echter, bezwijken ze meestal een paar maanden later alsnog. Toch pechvogels.
Deze maand is een goede vriend van mij overleden. Te snel, te jong, en nog veel meer te's. De familie, vrienden en collega's: pechvogels.
De ceremonie was mooi en afgeladen vol met liefdevolle pechvogels. Wat was ie toch een geluksvogel!
Muggeziften (oktober 2023)
De tijgermug is gespot in Hoorn.
Ik had altijd al een hekel aan die teringmuggen, maar voor de tijgermuggen zou ik ook nog echt bang kunnen zijn. Niet dat ze tuberculose zouden verspreiden, maar wel tropische infectieziekten zoals knokkelkoorts. Knokkelkoorts. Dat bekt niet echt lekker.
Corona had tenminste nog een lekkere zingende klank. Maar gelukkig horen we dat liedje steeds minder. Als je bij Qmusic vierenzestigduizend euro kunt winnen door te raden dat het duwen van een coronatestvloeistofbuisje in een kartonnen houder klinkt als een coronatestvloeistofbuisje dat in de kartonnen houder wordt geduwd, mag je wel concluderen dat het 'serieuze' er vanaf is.
Kunnen we dan eindelijk ons vocabulaire uitbreiden met het scheldwoord corona? "Wat een coronaweer!" of "Krijg de corona!" of "Wat een coronazooi!". Mwa, klinkt ook niet echt lekker.
De pest, met zijn luttele vier letters, heeft inmiddels honderden jaren aan ballotage van frustratie-uiters doorstaan. Klinkt ook beter: “Krijg de pest.” Het is beknopt, to the point en het heeft een harde, korte klank zodat je voldoende volume kunt maken wanneer je de omgeving in een zo kort mogelijke tijd op de hoogte wilt brengen van dat je de bus gemist hebt of iets dergelijks.
In het Engels voldoet deze vergane ziekte niet: "Get the Plague", dat hoor je ze nooit roepen. Het Engelse woord "shit" gebruiken we wel maar is bij mij sinds het begin van het vaderschap geëvolueerd naar een ander Engels woord "chips". Fonetisch ‘sjips’. Sjips zijn dan wel ongezond maar verwijzen niet direct naar een ernstige ziekte.
Een jongen in de klassenapp van mijn dochter strooide met een zekere ziekte die ik nog niet in de mond durf te nemen. Het voldoet aan meerdere harde en korte klanken, en vergaan is het zeker nog niet.
Hij had kunnen kiezen tussen woorden als pest, shit, tuberculose of misschien beter nog knokkelkoorts. In ieder geval had er, denk ik, nagenoeg geen ophef ontstaan over zijn evengoed onbehouwen appgedrag. Hij zou wel verwijderd zijn uit de appgroep aangezien hij daar sowieso niet thuishoorde.
Laten we maar hopen dat het ergens in deze eeuw niet zo erg meer is als jongeren het, tot nu toe door mij vermeden, woord als een willekeurig bijvoeglijk naamwoord gebruiken.
Vrolijk (november 2023)
Vrienden van mij hebben hun eigen horecazaak. Je hoort ze over allerlei uitdagingen, zoals personeelstekort, personeel teveel, inkoop, omzet, brand, afzuiging en belastingen. Eigenlijk nooit over het toilet, hoe het toilet schoon blijft, wanneer en wie er wc-papier komt brengen, de locatie of grondverkoop.
Maar op een of andere manier als een willekeurige voorbijganger op het kerkplein even naar de wc moet dan wordt het toch heel ingewikkeld.
Aan het wc-papier zou het voorlopig niet moeten liggen aangezien er bij ons thuis, na vele jaren Donalds Ducks te hebben verzameld, een aanzienlijk deel onlangs netjes bij het oud papier is gezet.
En als 'oud papier' over tien jaar nog bestaat, dan zal er waarschijnlijk een flinke stapel meidenweekbladen bij ons langs de weg staan. Sinds de zomer ben ik namelijk, voor mijn dochter, geabonneerd op de Tina nadat ik een fikse korting kreeg op het gelijknamige minifestival.
In dezelfde maand bleek ik eveneens geabonneerd te zijn op een ander Vrolijk Weekblad, althans dat was het eerste wat ik dacht toen mijn Tele2 en T-Mobile accounts gemuteerd zouden worden in iets wat Odido heet.
Als je niet graag vrolijke weekbladen leest maar wel van vrolijke kleuren houdt, hebben Ovido en zijn vriendjes ... uh ... sorry, Ovide ... nee ... Odido, inmiddels door heel Hoorn blauwe en oranje lusjes geplant. Die lichten ze dan 's avonds op, zodat je via de juiste provider je weg naar de tv kunt vinden. "Maar had ik nou Ziggo? Of ... KPN.. Of Govert Goudglans? ... uh ... Dopido, sjips, ... Odido?"
De providers lijken te vechten om een plekje om vanuit te kunnen providen. Providen is misschien het laatste Nederlandse-Engelse leenwoord dat werkelijk voor een dienst staat. Bij het woord klantenservice schieten de meeste van ons al in een kramp omdat we meestal verstrikt raken in geautomatiseerde voicemails, chatboxen, websitetje naar de muurverwijzingen en formulieren die er naar horen zeggen zijn om ons 'nog' beter van dienst te kunnen zijn.
Het woord klantenservice dat ooit een acceptabele vorm van pleonasme was, inmiddels een contaminatie, stamt nog uit de tijd dat mensen het verschil wisten tussen een pleonasme een contaminatie. Ik denk dat de lezers van deze column die de betekenissen van deze stijlfouten kennen, dezelfde zijn die snappen dat de enige reden om de woorden klanten en service samen te voegen juist een gebrek aan service is.
Mocht deze lectuur iets te zwaar voor je zijn dan heb ik nog een doosje Ducks bewaard voor het zelfreinigende toilet. (geplastificeerd en gratis op te halen)
Laat je voorlezen...
De paragnost (december 2023)
Hadden ze in 1964 in Blokker ooit kunnen bedenken dat The Beatles in 2023 met een nieuw nummer zouden uitkomen?
Met behulp van inmiddels niet meer de meest recente AI-technieken is de zang-stem van John Lennon tot leven gebracht, en in de videoclip zelfs de gehele band. Dat kan AI wel, maar zelfs AI kan nog geen greintje toekomst voorspellen.
De redactie van Nieuwsblad Hoorn is sinds vorige week op zoek naar een paragnost.
Ik snap het wel. De lezers hebben in deze donkere tijden wel behoefte aan wat lichtpuntjes.
Om het leed te verzachten, zal ik vandaag als ziener optreden en hen vertellen dat we daarvoor het revolutionaire Artificial Generative Intelligence gaan gebruiken. Leonard Cohen schreef ook over de toekomst, een vrij donkere, dat wel. Daar kies ik als paragnost niet voor.
Als waarzegger ben ik alleen in de business van het voorspellen van prettige vooruitzichten. Waar Jules Verne en Buckminster Fuller het stokje hebben laten liggen, pak ik dat vandaag op als invalparagnost.
Nu is het voor mij natuurlijk, met geen tot zeer weinig paragnostische ervaring, moeilijk deze verantwoordelijkheid op mij te nemen. En aangezien de marmot uit de film Groundhog Day ook niet echt om de hoek uit zijn holletje komt, heb ik met hoge uitzondering toestemming van mijn dochter om haar hamster mij te laten influisteren.
Goed, het duurde even voordat ik door de dagelijkse knabbels en babbels kon prikken, maar uiteindelijk werd ik toch flink bevestigd in wat ik al dacht: ook deze hamster voelt een nieuwe tijd aankomen waarin AGI de hoofdnoot zal kraken.
Voor de zekerheid vroeg ik of zij ook nooit had gedacht dat een Westfriese band met een nummer over bloemkool in de Top 2000 zou staan. "Klopt," zei ze, "dat kon zelfs ik niet aan zien komen." Maar goed, volgens de makers van 'Back to the Future' zouden we in 2015 al lang in vliegende auto’s rijden, uh, vliegen.
We willen graag in de toekomst kijken, maar we hebben het natuurlijk helemaal niet nodig om de toekomst te voorspellen. Er is behoefte aan oplossingen, grote oplossingen voor grote problemen. En die komen er, dat kan ik je voorspellen. Het is het een of het ander: of we zijn gedoemd tot 'The Future' van Leonard Cohen of de tijden veranderen resoluut. Dat is het mooie van crises: het moet wel!