Camper

Na de drukke weken voor de zomervakantie waren we afgelopen zondag al snel gesetteld op de camping. Niet met de camper maar in een houten hutje met een eenpersoons tentje erbij voor papa.

Op weg van de tent naar de toiletten, parkeerplaats en de receptie liep ik langs een echtpaar die in de regen de voortent van hun camper probeerden op te zetten. Het was duidelijk dat ze wat hulp konden gebruiken. In mijn hoofd speelde zich even een mini-discussie af: “Zal ik helpen of niet.”

"Ja", was het antwoord. Ik liep drie passen terug en uit mijn mond kwamen de woorden: “Hulp nodig?”

Voortentdoek

Daar hadden ze wel oren naar. Als snel stonden we het voortentdoek door de rails (deze zit vast aan de camper) te rijgen en het doek met een hand omhoog te houden en met de andere de paal op zijn plek te houden om vervolgens de bovenste stangen in elkaar te klikken.

Een van de stangen leek verdwenen te zijn maar we vonden de oplossing en slaagden er in de voortent op te zetten. Het regende inmiddels niet meer en ze waren blij dat ik er was. Sterker nog: “Zonder jouw hulp was het niet gelukt”, zeiden ze.

De man vroeg zich ik af of ik daar zelf trots op was of iets soortgelijks. Dat gaf mij niet per se een blij gevoel. Ik was wel blij dat het opzetten van de tent geslaagd was. En dat mijn bijdrage er toe bijgedragen had. Afijn, toen begon het pas.

Gedag zeggen

De camper stond op een plek waar ik de gehele kampeer periode tien keer per dag langs zou lopen. Dan wordt het toch een beetje lastig. Ga ik elke keer als ik langsloop gedag zeggen, een praatje maken of gewoon een vriendelijke knik geven? Of ga ik op een gegeven moment helemaal geen gedag meer zeggen? Ga ik als ik langsloop zogenaamd heel druk te zijn om niet gedag te hoeven zeggen? 

Maar ja, dat was het hele punt van het kamperen. Nergens druk mee zijn, alle tijd van de wereld hebben. Dus alle tijd om praatjes te maken of om even gedag te zeggen.

En het gezelschap bleef niet beperkt tot alleen het oude echtpaar. Trouwens hartstikke aardige mensen hoor, maar goed wie is er niet aardig op de camping? Naarmate de dag vorderde, breidde het camper gezelschap zich uit met familie, kleinkinderen met bijbehorende ouders en wat nog meer. Nu hoorde die óók bij de gedag-zeg-club. 

Er vormde zich zelfs een afzonderlijke club bestaande uit familie van het oorspronkelijke echtpaar. Nu moest ik bij de toiletten en de receptie even denken: “Wie was dit ook alweer?"

Tegenover onze hut kwamen ze aan, op de fiets en efficiënt bepakt. Twee mensen, duidelijk op doorreis met matchende outfits. Die hadden geen hulp nodig. Pfff..