Laatst liep ik met mijn dochter langs het water in het Julianapark tegenover het Oostereiland. Ik probeerde haar in mijn jeugdherinneringen mee te nemen. Ik vertelde haar dat ik vroeger samen met de buurjongen een polyester bootje vond waarmee we geregeld naar het onbewoonde eilandje vaarden in de buitenhaven.
Er zat wel een gat in de bodem van het bootje maar daar konden we altijd goed mee overweg. Ons avontuur begon op een middag dat er een hevige storm opstak. Code Oranje voor de Hoofdtoren, denk ik.
Vuur
Dat eilandje noemden wij het Middeleilandje. Op de kaart lijkt het onderdeel van de dijk te zijn en verder geen naam te hebben, maar toentertijd stond het vol met struiken en bomen. Het sprak daardoor tot onze verbeelding als een echt eiland.
Een perfecte plek om ons te vermaken, bijvoorbeeld door een fikkie te stoken. Vuur maken – dat is wat jongens graag doen. Dus deden we dat daar regelmatig. En omdat ik ook van koken houd, poften we natuurlijk ook aardappels in het vuur.
Storm
Terug naar ons avontuur. Die middag gingen mijn vriendje en ik met goede moed weer het water op. Toen we bijna de buitenhaven waren overgestoken, stak er een flinke wind op en verschenen er verontrustende donkere wolken boven ons. Dit hadden we nog niet meegemaakt met ons lekke bootje. We haalden net op tijd de kant van het Julianapark.
Aangezien het zomer was, waren er ook andere kinderen op het water. Zij leken iets beter uitgerust met kleine zeilbootjes: optimisten. Genoemd naar een Amerikaanse zeilvereniging die een soort zeepkist met een zeil erop ontwikkelde voor de jeugd. Maar dan zonder gat erin! Afijn, vanaf de kant zagen we dat een van hen was omgeslagen.
Toen werd het toch een beetje spannend. Door de wind ontstonden er golven, en optimistisch als mijn schippergenootje en ik waren, besloten we de kinderen te gaan redden met ons kleine bootje – mét gat erin.
Drie meter het water in kwamen we erachter dat dit toch niet zo’n goed idee was. Juist op dat moment kwam de reddingsbrigade met hoge snelheid de hoek om sjezen. Phew!
Kaal
Toen ik het verhaal met mijn dochter aan het afronden was, realiseerde ik me dat het eilandje al een ruime tijd kaal is. Wat ooit een spannende plek vol struiken en bomen was, is nu een saai stuk kustlijn van het park, slechts onderbroken door het water.
En er waren ook geen jongetjes meer te bekennen, geen fikkies en geen lekke bootjes. Ze zullen wel allemaal binnen zitten. En hun ouders die patatjes halen. Code Geel.